Nudging werkt!

nov. 22, 2023

Als je iemand maar vaak genoeg een appel voorhoudt, dan gaat hij vanzelf gezondere keuzes maken, toch? Nou, zo simpel is het niet. En gelukkig ook maar want anders zouden we wel héél makkelijk beïnvloed kunnen worden. Maar door dit soort kort-door-de-bocht aannames heeft nudging onterecht het imago gekregen van ‘grappige’ psychologische duwtjes zonder veel effect. Nudging kan wel degelijk goed werken, maar dan moet je wel aan een aantal voorwaarden voldoen.


Een Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van nudging dat vorig jaar werd gepubliceerd, concludeerde teleurstellend dat nudging niet zo goed werkt: “Paprika’s in de aanbieding doen of volkoren producten op ooghoogte leggen heeft op de lange termijn weinig effect op het koopgedrag in de supermarkt. Zogeheten nudges zijn daarom niet voldoende om mensen gezonder te laten eten.” lazen we in de Volkskrant. Oef, dat zijn harde conclusies.


De achilleshiel van nudging

Maar: klopt het wel? Nudging is meer dan een appel op ooghoogte leggen en er het beste van hopen. Het is eigenlijk een beetje een verzamelterm waar heel erg veel verschillende interventies onder vallen. Daar zit meteen ook de achilleshiel van nudging: sla een willekeurig boek open over nudingtechnieken, en het is vaak niet meer dan een lijst van verschillende biases en sluiproutes in onze breinen met een voorbeeld. Een echte stapsgewijze aanpak ontbreekt vaak, terwijl daar de crux van nudging in zit: als elke nudge in elke situatie zou werken, dan zou het wel héél makkelijk worden om mensen als een soort marionetten overal voor in te zetten.


Is je case wel nudgebaar

Niet elke vorm van nudging is geschikt in elke context. Vóórdat je gaat nudgen, moet je daarom goed weten wat het probleem precies is, of het überhaupt wel ‘nudgebaar’ is en zo ja, waar de nudge op moet ingrijpen. Een voorbeeld: we waren eens bij een organisatie waar verschillende verzorgingshuizen onder vallen. Dat was niet lang na de eerste coronalockdown en ze hadden tijdens die periode wat problemen gehad met mensen die het niet konden verkroppen dat ze niet bij hun ouders, partners of andere geliefden op bezoek mochten. Bezoekers hadden ingebroken door via de brandtrap en de nooduitgang zichzelf toegang te verschaffen tot het verpleeghuis. Nu was de vraag van deze medewerkers aan ons: hoe nudge je deze mensen naar het goede gedrag? Het antwoord is wellicht even kort als teleurstellend: niet. Nudging gaat om ingrijpen op onbewust gewoontegedrag. Mensen die weten wat je van ze vraagt en er bewust voor kiezen om dat niet te doen, die krijg je niet met een onbewust duwtje het goede pad op. Bij dit soort types helpt een andere interventie: handhaven.


Dezelfde nudge, een ander effect

Een ander voorbeeld: bij een experiment werden huishoudens aangemoedigd om minder energie te verbruiken. Dat gebeurde door ze een brief te sturen waarin werd aangegeven hoe hun energieverbruik was in vergelijking met de buurt. Dat is een nudge die valt in de categorie ‘sociale bewijslast’: we houden ervan om te doen wat de rest doet, en dus zullen we proberen ons gedrag aan te passen als blijkt dat we afwijken. De nudge werkte: de mensen die meer energie verbruikten dan gemiddeld, gingen minder verbruiken. Maar: de mensen die juist minder verbruikten dan gemiddeld, gingen na deze interventie juist meer verbruiken. Immers: ook zij weken af van de norm. Werkt de nudge dan niet? Juist wel! Maar niet elke doelgroep wordt met dezelfde nudge in dezelfde richting geduwd.


Goed onderzoek scheelt een hoop gedoe

Om gedrag aan te passen op een voorspelbare en wenselijke manier moet je dus heel goed onderzoek doen vóórdat je gaat nudgen. Je moet weten waarom mensen bepaald gedrag wel of niet laten zien, of dit gedrag überhaupt te nudgen valt en welke nudge dan eventueel zou kunnen werken. Vaak zit de oplossing in een combinatie van nudges, dus denk niet te snel dat je er bent. In het bovenstaande voorbeeld van het energieverbruik werd namelijk bij een deel nog een extra element getest: de mensen die meer dan gemiddeld verbruikten, kregen een rood, boos kijkende smiley te zien. De mensen die het juist beter deden, werden beloond met een groen, blij kijkend gezichtje. Deze groepen werden dus niet alleen beïnvloed door de norm, maar ook door een duidelijke goed- of afkeuring. Wat bleek? Degenen die al zuinig waren én een groene smiley kregen, gingen hierna juist níét meer verbruiken. Dat hun gedrag extra werd toegejuicht door het poppetje sterkte hen dus juist in dat hun gedrag goed was, ondanks dat het niet de norm was.


Hou vol!

Nog een laatste puntje: we hebben het vaak over gewoontegedrag. Mensen kiezen vaak helemaal niet expres voor het gedrag waar jij niet op zit te wachten (al voelt het soms wel zo), maar volgen gewoon het paadje in hun brein dat er al ligt. Zo’n paadje is niet met een knip van de vinger omgelegd: het is vaak flink uitgesleten en het vergt echt wat moeite om er een nieuwe hoofdweg naast te leggen. Dat betekent dat je in het geval van nudging moet blijven volhouden tot het gewenste gedrag het gewoontegedrag is geworden. En ja, dat vergt soms veel tijd en moeite. In het geval van de supermarkt kun je je afvragen of ze de juiste nudges hebben gebruikt (in hoeverre kies je voor volkoren als je specifiek op zoek bent naar het merk pasta dat je altijd kiest?), maar ook of ze op de juiste manier hebben volgehouden. Een nudge kun je ook niet oneindig lang recyclen: op een gegeven moment valt een nudge niet meer op en wordt het weggefilterd door het brein van de ontvanger. Dan moet je dus iets nieuws bedenken om de ander weer te prikkelen. Je ziet: nudging is zo makkelijk nog niet, maar als je het goed doet, dan is het een magisch middel!

Deel dit artikel:

Andere artikelen

17 apr., 2024
Het is feest! Komende vrijdag ontvangt onze oud-stagiair Iris van Weenen namelijk haar masterdiploma! Haar stage bij ons was onderdeel van haar masteropleiding Neerlandistiek en haar superinteressante scriptieonderzoek naar de overeenkomsten tussen talige en visuele frames heeft haar uiteindelijk dat felbegeerde papiertje van de Universiteit Leiden opgeleverd.
09 apr., 2024
Eerder schreven we al eens een artikel over hoe taal je denken beïnvloedt . De conclusie daarvan was: taal is verre van neutraal en heeft zelfs invloed op hoe je de wereld om je heen ervaart. Afhankelijk van de taal die je spreekt kun je bijvoorbeeld bepaalde kleuren beter zien, of onthoud je beter wie precies de schuldige was bij een ongeluk. De manier waarop je iets zegt, heeft effect op hoe we de wereld zien, wat we een logische vervolgstap vinden of wie we aanwijzen als probleemveroorzaker. Een nieuwe Duitse studie vond voor deze conclusie nieuw bewijs én laat zien hoe het invloed heeft op niet alleen ons heden, maar ook onze toekomst.
04 apr., 2024
Misschien dat je nooit in een verhitte online discussie terecht bent gekomen, maar ook in het ‘echte’ leven gebeurt het regelmatig dat we ons gelijk proberen te halen door meer en meer feiten over de ander uit te strooien of dezelfde feiten keer op keer te herhalen. Met toch vaak hetzelfde resultaat: de ander raakt niet overtuigd van jouw visie en sterker nog, hij (of zij) lijkt alleen maar meer overtuigd te zijn van zijn eigen, duidelijk verkeerde, standpunt. Frustrerend!
Share by: