Framing ontwikkelingssamenwerking

apr. 05, 2012

Een belangrijk thema van de besprekingen in het Catshuis is het al dan niet bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Sarah sprak vorige week met Mieke van vakblad Vice Versa over framing.


Vice Versa wilde graag weten wat voor frames het ontwikkelingssamenwerkingsdebat domineren. Het artikel is inmiddels niet meer online te vinden, maar we willen in deze blogpost iets dieper ingaan op de Haagse taal rondom het debat en de bijwerkingen van de dominante frames.

Ontwikkelingssamenwerking versus ontwikkelingshulp

Een van de meest opvallende transities in het debat is dat het woord ‘ontwikkelingssamenwerking’ nu veel meer in zwang lijkt te zijn dan het oudere woord ‘ontwikkelingshulp’. Volgens Wikipedia is dat sinds de jaren ’70, maar geloof ons, nog niet elke NGO is om naar het ‘nieuwe’ woord. Die transitie zal ongetwijfeld deels met de vorm te maken hebben die ontwikkelingssamenwerking tegenwoordig heeft, maar deels ook met de gewenste perceptie rondom het thema. Samenwerking suggereert immers dat men de handen ineenslaat om verder te komen, terwijl hulp het beeld oproept van een passieve ontvanger die alleen maar neemt zonder te geven. Andere woorden, andere frames. Hoe gaat men in Den Haag daarmee om?

De PvdA over ontwikkelingssamenwerking

Als je kijkt naar de taal die diverse politieke partijen gebruiken om over ontwikkelingssamenwerking te praten, dan valt het op dat de meeste grote partijen kiezen voor het woord samenwerking in plaats van hulp. De PvdA stelt dat de ontwikkelingslanden het hardst worden getroffen door crises (klimaatcrisis, voedselcrisis en financiële crisis). Dit koppelen ze vervolgens aan veiligheidsrisico’s, wat een verkapte manier is om te stellen dat onze veiligheid dus minder goed te garanderen is als het beroerd gaat in de ontwikkelingslanden.

Het CDA over ontwikkelingssamenwerking

Een partij die dit ook verrassend expliciet vermeldt is het CDA: ‘Bij ontwikkelingssamenwerking gaat het allang niet meer alleen maar om solidariteit met mensen in arme landen die het minder hebben dan wij. We hebben zelf ook belang bij die hulp. (…) Armoede is een belangrijke voedingsbodem voor burgeroorlogen en internationaal terrorisme. Het zorgt ervoor dat er telkens weer stromen vluchtelingen onze kant op komen’. Het is dus geen hulp, maar een indirecte investering in onze eigen veiligheid.

De VVD en GroenLinks over ontwikkelingssamenwerking

De VVD lijkt zich hier bij aan te sluiten, zij stellen dat de effecten van de ontwikkelingssamenwerking centraal moeten staan, niet de bedoelingen. Zo kan een versterking plaatsvinden van het nationaal belang én tegelijk de economische ruggengraat van een hulpbehoevend land. Dat betekent dus ook dat we volgens de VVD niet meer moeten bijdragen aan zogenaamde ‘ledematen’ (onderwijs en zorg), maar puur aan de ruggengraat (economie). Interessante metafoor, aangezien GroenLinks bijvoorbeeld juist wel hamert op ledematen als het terugdringen van kindersterfte, schoon drinkwater, medicijnen en onderwijs. Zij vinden juist dat het huidige beleid té gunstig is voor Nederlandse bedrijven ten opzichte van het hulpontvangende land. Een samenwerking dus waar de verdeling niet 50/50 uitpakt, maar wij te veel profiteur zouden zijn. Het eigenbelang moet dus niet gaan doorslaan.

De SP en PVV over ontwikkelingssamenwerking

De SP heeft op de website een klassiek hulpverhaal staan, dat inspeelt op de allerarmsten met de hoogste nood. Ze fulmineren over dat het toch niet zo kan zijn dat er honger en gebrek is terwijl de wereld rijk genoeg is om het te voorkomen. We moeten eerlijker zijn en meer internationale solidariteit hebben. Ook moeten we af van de miljoenensubsidies voor praatclubjes, de hulp moet in Afrikaanse magen verdwijnen in plaats van in Nederlandse zakken. Heftige taal met een duidelijk emotioneel appel én een waarschuwing voor doorgeslagen eigenbelang.


De PVV wijkt af van alle voorgaande partijen in hun standpunt en taal. Zij gebruiken bewust het woord ontwikkelingshulp, met de negatievere connotaties. In het verkiezingsprogramma valt te lezen dat het een elitaire linkse hobby is en dat het tijd is om het subsidie-infuus los te koppelen. Het wordt het Nederlandse volk immers opgedrongen en deze heeft er nooit voor gekozen om zijn belastinggeld hier aan op te maken. Juist, no explanation needed.

De bijwerkingen van de hulp- en samenwerkingsframes

Een succesvol frame haakt in op de tijdsgeest. Aangezien de crisis voor op ieders puntje van de tong ligt, is het momenteel problematisch om ontwikkelingssamenwerking te framen vanuit onze gulheid (zo probeerde Bill Gates het laatst) of onze rijkdom (we vinden onszelf momenteel niet zo rijk). Het alternatief is dus om het te framen als eigenbelang: door voor economische stabiliteit te zorgen in derdewereldlanden kunnen we de mondiale veiligheid versterken. Het nadeel van dit frame is dat het niet helemaal lijkt te matchen met andere boodschappen van meer linkse partijen zoals de PvdA, GroenLinks en de SP (dat verklaart ook waarom de PvdA dit frame wegstopt tussen een berg cijfers en jargon en de andere twee het niet prediken).


Ook is het eigenbelang-perspectief vaak een meer economisch en abstract verhaal (een thematisch frame). Dat heeft minder emotionele impact dan een persoonlijker verhaal (episodisch frame), waar bijvoorbeeld één kind in Uganda centraal staat voor de grotere groep. Tegelijkertijd is uit onderzoek gebleken dat zulke episodische frames ervoor zorgen dat mensen minder snel oplossingsgericht gaan denken, dus waarschijnlijk ook pessimistischer zullen zijn over de toekomst van de ontwikkelingslanden. In het linkse spectrum is het dus lastig om effectief en affectief te framen op ontwikkelingssamenwerking. Het CDA gaat dit probleem (moedig, vinden wij) uit de weg door een hele duidelijke positie te kiezen en dit op een ongekend nuchtere manier op te schrijven. We doen het, maar we doen het voor onszelf. Ongetwijfeld zal Geert Wilders dit frame verwerpen, maar dat zal moeten blijken!

Deel dit artikel:

Andere artikelen

22 nov., 2023
"Dat doe je thuis toch ook niet?!", horen we vaak in workshops. Je hoort de frustratie: het gevoel dat mensen prima weten wat wel of niet de bedoeling is, maar dat ze het gewoon vertikken om het gewenste of zelfs 'normale' gedrag te laten zien. Als je denkt dat mensen je bewust dwarszitten, dan kan dat op den duur een nogal giftige sfeer veroorzaken. Terwijl dat vaak helemaal niet nodig is: mensen willen vaak best 'goed' gedrag laten zien, maar hun brein wordt op de één of andere manier tegengewerkt. Als je daar inzicht in krijgt, dan kun je de juiste interventie erbij zoeken.
22 nov., 2023
Als je iemand maar vaak genoeg een appel voorhoudt, dan gaat hij vanzelf gezondere keuzes maken, toch? Nou, zo simpel is het niet. En gelukkig ook maar want anders zouden we wel héél makkelijk beïnvloed kunnen worden. Maar door dit soort kort-door-de-bocht aannames heeft nudging onterecht het imago gekregen van ‘grappige’ psychologische duwtjes zonder veel effect. Nudging kan wel degelijk goed werken, maar dan moet je wel aan een aantal voorwaarden voldoen.
05 jul., 2023
Politieauto’s die in de hens gingen, winkels die werden gesloopt en zwaar vuurwerk dat als wapen werd gebruikt. De rellen in Rotterdam van 19 november 2021 staan bij velen nog in het geheugen gegrift. Men sprak van een ‘on-nederlandse’ situatie, waarbij de politie zelfs met scherp schoot op relschoppers. Een heftige avond, waarbij emoties als boosheid en frustratie, maar ook angst en verdriet de boventoon voerden. Al snel kwamen de reacties vanuit het hele land. Men was verbouwereerd dat dit in Nederland kon gebeuren, buurtbewoners pakten een bezem in de hand om de wijk weer schoon te vegen en toen Mark Rutte werd gevraagd naar een reactie, zei hij niet te willen zoeken naar ‘sociologische verklaringen’. Maar een verklaring is niet hetzelfde als een vergoelijking. Waarom is gebeurd wat is gebeurd? En ook: hoe kunnen we voorkomen dat er ooit zoiets weer gebeurt? Daarvoor zullen we toch echt iets dieper moeten kijken.
Share by: