Framingonderzoek doen

okt. 02, 2012

De aankomende tijd zijn we bezig met het uitvoeren van framingonderzoek naar een specifieke casus. Daar zijn we erg verheugd over, want er wordt nauwelijks uitgebreid onderzoek gedaan naar frames die spelen in de samenleving.


Meestal wordt er met de nattevingermethode een frame gekozen (niks mis met een educated guess natuurlijk) omdat er geen tijd is. Jammer, want het is zinvol om écht de tijd te nemen om goed te gaan graven naar welke frames er rondom een onderwerp gecommuniceerd worden. Zo kan je in kaart brengen welke communicatiestrategie het snelst aansluit op de doelgroep, welke framingstrategie kans van slagen heeft en ook waar de potentiële zwakke plekken in je communicatie zitten. Maar hoe voer je framingonderzoek uit? In dit artikel geven we een overzicht van de opties.

Framingonderzoek doen

Er zijn allerlei verschillende manieren om frames te onderzoeken. Ruwweg kan het onderverdeeld worden in inductief en deductief onderzoek en kwantitatief onderzoek en kwalitatief onderzoek.

  • inductief en kwalitatief: het analyseren van een corpus bestaande uit allerhande uitingen en daaruit de aanwezige verschillende bestaande frames destilleren;
  • inductief en kwantitatief: het analyseren van een corpus bestaande uit allerhande uitingen en daaruit turven welke uitingen het vaakst voorkomen;
  • deductief en kwalitatief: het ontwerpen van een aantal frames op basis van veronderstellingen over de doelgroep en vervolgens deze frames voorleggen aan de doelgroep om te zien hoe zij hier op reageren. Dit kan via focusgroepen (interview) of via een enquête;
  • deductief en kwantitatief: het ontwerpen van een aantal frames en deze frames gaan terugzoeken in bestaande communicatie-uitingen en zien hoe vaak deze voorkomen.

Inductief onderzoeken

Het voordeel van inductief onderzoek is dat je met een behoorlijk open blik gaat zoeken. Je probeert door allerlei uitingen te onderzoeken en te vergelijken om het frame uit de teksten (en beelden) te destilleren. Het nadeel van inductief onderzoek is dat het tijdrovend is, omdat je eerst een corpus moet aanleggen en dat vervolgens heel zorgvuldig moet analyseren. Door naar de verhaalstructuren, woorden en beelden van het corpus te kijken komt er een aantal frames bovendrijven.


Bij kwalitatief inductief onderzoek tel je niet hoe vaak iets voorkomt, maar probeer je wel een compleet beeld te vormen van de frames die er zijn. Je kunt na dit onderzoek niets zeggen over welk frame het ‘sterkst’ of het meest voorkomend is. Wat je wel hebt is een diepgaand overzicht dat je kunt gebruiken voor vervolgonderzoek om te testen wat werkt.


Bij kwantitatief inductief onderzoek houd je bij hoe vaak een bepaald woord of beeld voorkomt. Hiermee kan een boeiende steekproef worden gedaan om te zien welke frames sterk leven in de samenleving. Een kleine waarschuwing bij dit type onderzoek: dat iets vaak voorkomt wil niet per se zeggen dat het heel overtuigend is. De kracht van een frame wordt maar deels bepaald door de herhalingskracht ervan.

Deductief onderzoeken

Het voordeel van een experiment is dat je meteen kunt gaan onderzoeken wat de overtuigingskracht van een bepaald frame is. Dat kan kwalitatief door in focusgroepen te kijken hoe men reageert op een bepaald frame of door een enquête op te stellen en die aan een grotere groep voor te leggen. Ook kan het op een kwantitatieve manier door frames op te stellen en die te gaan terugzoeken in bestaande communicatie. Een groot nadeel aan deze deductieve methode is dat je frames kunt missen. Misschien spelen er belangrijke frames die je niet meeneemt in je onderzoek en dan is het resultaat ineens een stuk minder waardevol. Ook is er de kans dat je overgeneraliseert of nét niet de goede vragen stelt om het antwoord te krijgen dat je zoekt.

Pas goed op bij het onderzoeken!

In alle gevallen is het belangrijk dat de onderzoeker zich ervan bewust is, dat het zoeken naar frames en het ontwerpen van frames bemoeilijkt worden door de frames die zich in het hoofd van de onderzoeker zelf bevinden. Aangezien taal en communicatie nooit neutraal zijn, zal de onderzoeker ook beïnvloed worden tijdens het onderzoek. Er zijn gelukkig twee manieren om dit effect te beperken. Ten eerste is het aan te raden om bij het onderzoek meerdere beoordelaars in te schakelen. Zo kan een deel van de subjectiviteit worden gefilterd en de betrouwbaarheid van de bevindingen worden vergroot. Ten tweede kan men starten met een inductieve methodiek, waarbij de onderzoeker in eerste instantie met een open blik naar tekstuitingen kijkt en deze blijft vergelijken, in plaats van van een aantal frames uit te gaan en die te zoeken. Dit kan namelijk voor een tunnelvisie zorgen!


Interesse in framingonderzoek? Neem dan contact op, we  adviseren graag!

Deel dit artikel:

Andere artikelen

22 nov., 2023
"Dat doe je thuis toch ook niet?!", horen we vaak in workshops. Je hoort de frustratie: het gevoel dat mensen prima weten wat wel of niet de bedoeling is, maar dat ze het gewoon vertikken om het gewenste of zelfs 'normale' gedrag te laten zien. Als je denkt dat mensen je bewust dwarszitten, dan kan dat op den duur een nogal giftige sfeer veroorzaken. Terwijl dat vaak helemaal niet nodig is: mensen willen vaak best 'goed' gedrag laten zien, maar hun brein wordt op de één of andere manier tegengewerkt. Als je daar inzicht in krijgt, dan kun je de juiste interventie erbij zoeken.
22 nov., 2023
Als je iemand maar vaak genoeg een appel voorhoudt, dan gaat hij vanzelf gezondere keuzes maken, toch? Nou, zo simpel is het niet. En gelukkig ook maar want anders zouden we wel héél makkelijk beïnvloed kunnen worden. Maar door dit soort kort-door-de-bocht aannames heeft nudging onterecht het imago gekregen van ‘grappige’ psychologische duwtjes zonder veel effect. Nudging kan wel degelijk goed werken, maar dan moet je wel aan een aantal voorwaarden voldoen.
05 jul., 2023
Politieauto’s die in de hens gingen, winkels die werden gesloopt en zwaar vuurwerk dat als wapen werd gebruikt. De rellen in Rotterdam van 19 november 2021 staan bij velen nog in het geheugen gegrift. Men sprak van een ‘on-nederlandse’ situatie, waarbij de politie zelfs met scherp schoot op relschoppers. Een heftige avond, waarbij emoties als boosheid en frustratie, maar ook angst en verdriet de boventoon voerden. Al snel kwamen de reacties vanuit het hele land. Men was verbouwereerd dat dit in Nederland kon gebeuren, buurtbewoners pakten een bezem in de hand om de wijk weer schoon te vegen en toen Mark Rutte werd gevraagd naar een reactie, zei hij niet te willen zoeken naar ‘sociologische verklaringen’. Maar een verklaring is niet hetzelfde als een vergoelijking. Waarom is gebeurd wat is gebeurd? En ook: hoe kunnen we voorkomen dat er ooit zoiets weer gebeurt? Daarvoor zullen we toch echt iets dieper moeten kijken.
Share by: