Met die verwachting was de regeringsverklaring van premier Rutte - die hij voordroeg in de Tweede Kamer - een verademing. Ten minste, zo nu en dan.
Rutte gebruikte twee schitterende metaforen direct na elkaar. Dit waren misschien wel de mooiste zinnen uit zijn stuk. Ten eerste dit: ‘we moeten snoeien om te groeien’. Wat hij hiermee bedoelt is: het kabinet moet nu bezuinigen om in de toekomst geen geldtekort te hebben. Dit is een punt waarop al vrij veel discussie is geweest, bezuinigt de VVD niet teveel? Doordat Rutte een ‘tuinmetafoor’ gebruikt, zet hij zijn punt kracht bij. Iedereen die wel eens in de tuin werkt, weet dat het deel dat gesnoeid wordt, vanzelf weer aangroeit. Sterker nog, sommige planten doen het juist beter als ze goed gesnoeid zijn. Inderdaad dus, snoeien is goed voor de groei van de economie!
De tweede metafoor is ‘de tijd van 'een vetrandje mag best' ligt echt achter ons’. Het is een allusie op de zeven vette jaren en de zeven magere jaren. Rutte geeft met deze metafoor aan dat hij geen keuze heeft en zal moeten bezuinigen. De tijd waarin we het ruim kunnen nemen is immers voorbij en dat geldt voor iedereen. Het klinkt niet meer dan redelijk op deze manier om een breed pakket aan bezuinigingen te presenteren. Rutte’s metaforen helpen bij het scheppen van een onbewust beeld met bijbehorende connotaties dat past bij zijn boodschap.
Een derde metafoor die de moeite waard is, is de ‘bestuursobesitas’ waar Nederland aan zou lijden volgens Rutte. Hij stelt dat het dus tijd is om de overheid op dieet te zetten, om in eigen vlees te snijden. Obesitas betekent dat iemand ongezond dik is. De enige manier om gezond te worden is afslanken. Zo zet Rutte de afslanking neer als het ‘overtollige vet’ kwijtraken en dus als een ingreep waar het bestuur gezonder van zal worden: iets waar niemand op tegen zal zijn.
Naast sprekende metaforen gebruikt Rutte ook opvallende duidelijke spreektaal. Een voorbeeld hiervan is het kabinetsprincipe: ‘je gaat erover of niet’. Dit is een uitgesproken heldere zin. Hij had ook kunnen zeggen ‘het kabinet neemt als leidend principe dat er belangrijke kerntaken zijn die de overheid aan het hart staan, maar dat er ook zaken zijn waar de overheid geen zeggenschap over dient te hebben’. Maar zoals Rutte het doet, kan het dus ook.
Een ander voorbeeld van echte-mensen-taal is de ‘bestuurlijke spaghetti’ waar Rutte over spreekt. Sterk beeldend en begrijpelijk voor iedereen. Nog een voorbeeld: wijkverpleegkundigen die ‘zonder stopwatch’ kunnen werken. Ook deze zin geeft een schitterend beeld, waarbij iedereen zal begrijpen wat hij bedoelt. Of het ook klopt wat hij zegt, wordt door deze bewoordingen naar de achtergrond gedrukt.
Dankzij de mooie metaforen en de echte-mensen-taal zorgt Rutte ervoor dat zijn toespraak aantrekkelijker en begrijpelijker wordt. Hierdoor zal hij met zijn woorden meer mensen bereiken en misschien wel overtuigen. Het is verstandig dat hij zich niet laat verleiden tot parlementaire doolhoven, maar dat hij duidelijke taal spreekt. Hij weet zijn boodschap in goede taal te verpakken, zodat de inhoud van zijn verhaal zo goed mogelijk overkomt. Het is maar de vraag of hij dat vier jaar kan blijven volhouden.
Andere artikelen
We gebruiken cookies om u de beste ervaring op onze website te geven. Meer informatie vindt u op de privacypagina.