Nudging: wortel of stok om rokers te beïnvloeden?

okt. 17, 2022

Tijdens workshops komt het onderwerp ‘rokers’ opvallend vaak terug. Met name medewerkers in facility management vragen ons vaak hoe zij met frames of nudges rokers kunnen beïnvloeden bepaald gedrag te laten zien. Het is een interessant onderwerp, waarbij deelnemers aan onze workshop soms ook met de meest fantastische ideeën komen. Maar de wanhoop is soms ook groot. En dat snappen we. Want soms worden mensen met onmogelijke opdrachten opgezadeld. Daarom wijden wij er vandaag een artikel aan.


(On)verenigbare doelen

Uit de gesprekken die we vaak voeren met onze deelnemers blijkt dat men bij het onderwerp ‘roken’ vaak tegelijkertijd twee problemen wil oplossen die elkaar bij de aanpak in de weg zitten. Laten we even inzoomen op een ziekenhuis waar we een tijdje geleden mee brainstormden. Bij uitvraag bleek dat ze de volgende problemen hadden:


  1. Er werd gerookt voor de ingang van het ziekenhuis. Dat is hinderlijk voor andere bezoekers, zoals longpatiënten.
  2. Mensen mochten überhaupt niet meer roken op het terrein.


Dit tweede punt is overigens zelden een eigen diepgewortelde wens; dit is vanuit de wetgever bepaald. Per 1 juli 2021 zijn rookruimtes in overheids- en openbare gebouwen verboden. Aan gebouwbeheerders van scholen, ziekenhuizen, musea, sportkantines, bibliotheken, maar ook zorginstellingen, gemeentehuizen, de Tweede Kamer en ministeries dus de schone taak om dit waar te maken. Het probleem is alleen dat je beide wensen niet in één succesvolle interventie kunt waarmaken. Het één vraagt namelijk om verleiding (de wortel) en het ander om handhaving (de stok).

Wortel of stok?

Het lijkt simpel om te zeggen: ‘Laten we het gewoon helemaal uitbannen, dan staan ze ook niet voor de ingang roken.’ Maar zo simpel ligt het toch niet. De gebouwbeheerders krijgen het handhaven van een verbod (de stok) in de praktijk namelijk gewoon niet voor elkaar door bijvoorbeeld personeelstekort of te weinig slagkracht. Als je wilt inzetten op handhaven, moet je het ook waar kunnen maken.


Rokers zo ver krijgen om niet voor de ingang te roken, kun je aanvliegen met een wortel door ze te verleiden naar een andere plek te gaan. Maar daar schuurt het: want door het rookverbod is er helemaal geen andere plek om naartoe te gaan op het terrein. En als die er wél is, dan horen we tijdens workshops vaak het argument ‘dat ze het roken niet willen faciliteren’. Tja. Als je dan ook niet wilt of kunt handhaven, dan krijg je dit probleem niet opgelost. Sterker nog: als je alle alternatieve rookplekken weghaalt of heel onaantrekkelijk maakt, is de kans groot dat je het uiteindelijke concrete probleem (een soort rookhaag voor de ingang) alleen maar verergert.

Houd je echte doel scherp voor ogen

Wil je onbewust gaan beïnvloeden, dan moet je allereerst scherp krijgen wat je precies wilt bereiken: het moet glashelder zijn wanneer je tevreden bent. Jouw (nudge-)interventie is bedoeld om bepaald gedrag uit te lokken, dus dan is het wel essentieel dat je scherp hebt wat dat gewenste gedrag moet zijn en hoe haalbaar dat is. Vanuit dat hele specifieke doel ga je vervolgens bekijken welke technieken je zou kunnen inzetten. In dit geval is het dus de vraag: waar heb je echt last van en wat wil je dus echt bereiken? Is dat óf dat mensen niet meer roken voor de ingang van je gebouw? Óf dat mensen helemaal niet meer roken?


Een nudge leidt per definitie tot een vrijwillige keuze. Dat betekent dat je met kleine duwtjes serieus resultaten probeert te verkrijgen: je wilt rokers verleiden om het ‘juiste’ te doen. Zonder dat je hem of haar enorm beperkt in de eigen wensen. Een verbod is dus geen nudge. Wil je dat een roker op een plek rookt waar anderen er geen last van hebben? Dan heb je grofweg twee paden: ze faciliteren of keihard handhaven. Wil je dat mensen ergens anders gaan roken? Dan werkt het pad van nudging en dus verleiding. Wil je dat ze niet roken? Dan heeft nudgen geen enkele zin.

Nudgen is faciliteren

Nudging en verleiden betekent de roker faciliteren in zijn of haar behoefte. Wanneer wil een roker roken? Je kunt je vast goed voorstellen dat iemand die net een lastig gesprek heeft gehad met een arts, behoefte heeft aan een sigaretje. Op het moment dat iemand dat niet op het terrein mag doen (dus óók niet op de parkeerplaats), vraag je wel heel veel van iemand. Lichamelijke verslaving moeten we niet onderschatten. Voor een non-roker lijkt het makkelijk om te zeggen: dan rook je toch lekker thuis? Maar zo makkelijk is het simpelweg (helaas) niet. Het is geen rationeel gedrag. Het voelt niet als een keuze.


We zien in de praktijk vaak dat mensen het faciliteren van rokers lastig verenigbaar vinden met hun eigen waarden. Er is dan bijvoorbeeld wel een rookhok, maar het moet daar vooral niet gezellig of aangenaam zijn. Of makkelijk te bereiken. Met als effect: dat rokers die sigaret toch opsteken op een plek waarvan ze weten dat het daar eigenlijk niet mag. Maar ja, ratio en onbewuste beïnvloeding zijn nou eenmaal echt twee verschillende dingen. Een paar praktijkvoorbeelden:


(On)aantrekkelijker maken. Mensen blijven weg van vieze plekken. Zo worden bijvoorbeeld vuilnisbakken die je niet hoeft aan te raken een stuk fanatieker gebruikt dan bakken waarvan je de klep handmatig moet opendoen. Als een ‘rookhok’ smerig oogt, gaan mensen het (onbewust) mijden. Ook in zo’n glazen kom staan waar andere afkeurend langslopen, zorgt ervoor dat mensen er liever niet gaan staan. Zeker als de rookplek ook nog eens geteisterd wordt door wind en regen. Geef rokers een aangenaam plekje en ze gaan er liever naartoe. In de praktijk wordt de rookruimte vaak juist zo onaantrekkelijk mogelijk gemaakt, zodat het rokers afschrikt om überhaupt te roken. Maar gaan ze er minder van roken? Of gewoon liever op een andere plek? Door de rookplek zo onaantrekkelijk mogelijk te maken door deze bijvoorbeeld niet te overdekken, zul je rokers vaak alleen maar meer lokken naar plekken die wel aantrekkelijk zijn. Je zult dan zien dat ze eerder bij de hoofdingang, of erger nog: half binnen, gaan roken, omdat ze daar droog staan.

Meer/minder afstand. Op veel plekken wordt de rookruimte steeds verder weg geplaatst. We spraken een klant waar mensen bijna een kilometer verderop moesten gaan staan. Het resultaat? Mensen zochten een ander (illegaal) plekje op. Bij een ziekenhuis waar we een paar jaar geleden waren, moest je letterlijk over een haag stappen of een flinke omweg maken. En: dat deed men niet (goh). De nudger kan dus veel beter een duidelijke (en korte!) route organiseren met bijvoorbeeld voetjes of strepen en een vriendelijke boodschap (uw rookruimte is deze kant op!). Faciliteer je rokers hiermee? Jazeker. Maar ook de andere bezoekers in hun behoefte aan een rookvrije ingang. Laat dus liever het gedrag zien dat je wel van ze verwacht, dan ze alleen een verbod geven.


Borden met verbod/bedankje. Wat voor bordje hang je op bij de ingang? ‘Verboden hier te roken’ of ‘Bedankt dat je gebruik maakt van onze rokersplek’? Het verbod leidt een stuk sneller tot weerstand dan de vriendelijke toon. Daarbij geef je met de vriendelijke versie ook een haalbaar handelingsperspectief: dáár doe je het goed!


Andere mooie verleidingsmiddelen zijn bijvoorbeeld gamification (stemmen met peuken in een asbak, zie ook de foto hierboven) of het belonen van goed gedrag (zoals: een Smintje krijgen als je een speciale asbak gebruikt in de rookruimte).

Stop met die doodlopende paden

We snappen dat het faciliteren van roken vreemd voelt, want je wil natuurlijk liever dat ze stoppen. Maar even terug naar de roker die een slecht nieuwsgesprek had bij het ziekenhuis: soms kun je het gewoon even niet verwachten van mensen. Ga goed bij jezelf na wat je doel nu écht is. Helemaal niet meer roken? Of ervoor zorgen dat anderen er geen last van hebben? Het is leuk dat de wetgever bedenkt dat het helemaal niet meer mag, maar dat vraagt om handhaving en niet om verleidingstechnieken.


Daarbij ontstaan er ook zelfs extra problemen. Het weghalen van rookfaciliteiten (bijvoorbeeld ook peukenvangers in een stoeptegel die niet meer op openbaar terrein mogen) leidt tot extra vervuiling. De mensen die toch roken, kunnen hun afval niet meer kwijt. Jammerlijke nevenschade. Met het weghalen van het rookhok, krijg je juist meer rokers bij de ingang. In plaats van te focussen op hoe je het de situatie liefst zou zien (volledig stoppen met roken), loont het zich vaak meer om erbij stil te staan wat haalbaar is en waar je de grootste groep het meeste mee helpt. Want daarmee doe je meer recht aan de complexiteit van dit vraagstuk.

Deel dit artikel:

Andere artikelen

17 apr., 2024
Het is feest! Komende vrijdag ontvangt onze oud-stagiair Iris van Weenen namelijk haar masterdiploma! Haar stage bij ons was onderdeel van haar masteropleiding Neerlandistiek en haar superinteressante scriptieonderzoek naar de overeenkomsten tussen talige en visuele frames heeft haar uiteindelijk dat felbegeerde papiertje van de Universiteit Leiden opgeleverd.
09 apr., 2024
Eerder schreven we al eens een artikel over hoe taal je denken beïnvloedt . De conclusie daarvan was: taal is verre van neutraal en heeft zelfs invloed op hoe je de wereld om je heen ervaart. Afhankelijk van de taal die je spreekt kun je bijvoorbeeld bepaalde kleuren beter zien, of onthoud je beter wie precies de schuldige was bij een ongeluk. De manier waarop je iets zegt, heeft effect op hoe we de wereld zien, wat we een logische vervolgstap vinden of wie we aanwijzen als probleemveroorzaker. Een nieuwe Duitse studie vond voor deze conclusie nieuw bewijs én laat zien hoe het invloed heeft op niet alleen ons heden, maar ook onze toekomst.
04 apr., 2024
Misschien dat je nooit in een verhitte online discussie terecht bent gekomen, maar ook in het ‘echte’ leven gebeurt het regelmatig dat we ons gelijk proberen te halen door meer en meer feiten over de ander uit te strooien of dezelfde feiten keer op keer te herhalen. Met toch vaak hetzelfde resultaat: de ander raakt niet overtuigd van jouw visie en sterker nog, hij (of zij) lijkt alleen maar meer overtuigd te zijn van zijn eigen, duidelijk verkeerde, standpunt. Frustrerend!
Share by: